SMvG
Op zittingsdag
Voordat alle betrokken partijen aan de slag kunnen, moeten kandidaten op een zogeheten zittingsdag komen om te kijken of het mogelijk is om motor te rijden en zo ja, op welke manier. Hoewel Rob eigenlijk al met pensioen is, ligt zijn hart bij de organisatie en sluit hij toch altijd nog aan bij deze dagen.
“Kandidaten zitten hier dan tegenover een heel panel”, zegt hij met een knipoog. “Een Deskundige Praktische Rijgeschiktheid (DPR) van het CBR en wij als team met Lambert Koops van de rijopleiding, Albert Lukens als technische motoraanpasser en ik als projectcoördinator.” Hier voert de kandidaat het eerste gesprek met het team over zijn of haar wensen en dromen, maar ook over obstakels en moeilijkheden. Na dit gesprek is het tijd voor de ‘body-check-list’ die de DPR door middel van een ‘oefenmotor’ afneemt.
In de werkplaats
Ik word door Albert meegenomen naar zijn werkplaats waar hij met trots de motor presenteert waarmee de kandidaten op onder andere reactiesnelheid en kracht worden getest. “Eigenlijk is het gewoon een nep-motor zonder wielen, ga er maar eens op zitten.” Met enige twijfel neem ik plaats op de motor en door middel van verschillende functies legt Albert mij uit hoe de DPR een inschatting maakt van wat een kandidaat wel en niet goed kan. Zo wordt er door middel van een lampje bijvoorbeeld gemeten met welke reactiesnelheid iemand in de rem kan knijpen.
Daarnaast kan de ‘oefenmotor’ bij wijze van spreken uit zijn scharnieren worden gehaald, zodat de bewegingen van een motor kunnen worden nagebootst. Ook hier wordt de reactiesnelheid van de bestuurder getest. Door de motor naar links of naar rechts te laten ‘vallen’, bekijkt de DPR of een bestuurder in staat is zo snel mogelijk het juiste been aan de grond te zetten, vertelt Albert.
Hoewel ik niet vlekkeloos door alle testen heen kom, geven Rob en Albert aan dat dat geen reden is voor paniek. “Als er bijvoorbeeld iemand op gesprek komt die door een hersenbloeding rechtszijdig beperkt is geraakt, beginnen we eigenlijk altijd met het meten van de ‘goede’ kant. De ‘slechte’ kant toont dan namelijk aan dat daar niet voldoende kracht of snelheid aanwezig is in vergelijking met de andere kant. Als iets niet voldoende is, wil dat niet altijd zeggen dat het niet kan. Dat wil alleen maar zeggen dat het misschien anders moet. De rem wordt dan bijvoorbeeld verplaatst van de rechter naar de linkerkant”, vertelt Rob.
Bij de orthopedist
Naast een technische motoraanpasser werkt MMvG ook samen met een orthopedisch technicus, Wilfred Mijnheer. Hij ontwikkelde het Free Lock-systeem dat de grijpfunctie van de hand aan het stuur kan overnemen. Deze prothese heeft een vergelijkbare werking als een skibinding en klikt open bij een val wanneer het stuur moet worden losgelaten.
Hoewel de prothesen (lichaamsdeelvervangend) of orthesen (lichaamsdeelondersteunend) ervoor kunnen zorgen dat een kandidaat de droom van het motorrijden kan verwezenlijken, gaat dit niet altijd zonder slag of stoot. “Soms vinden mensen het heel moeilijk om te accepteren dat er een prothese nodig is”, vertelt Albert. “Ze willen juist focussen op wat ze zelf kunnen en niet op datgene waar ze hulp bij nodig hebben. Vaak komen ze dan uiteindelijk terug met de gedachte: de prothese hoort bij de motor en niet bij mij.”
Albert knikt instemmend en zegt bewondering te hebben voor wat Wilfred allemaal kan maken. Met trots toont hij mij een folder waarin voorbeelden te zien zijn van het werk van Wilfred. Van parathriatleet Juan Carlos Cano uit Mexico die met een armprothese een wielrenwedstrijd fietst tot een klein jongetje die met een grote lach – én prothese – op zijn BMX zit. “Het is zo mooi”, zegt Albert. “Sommige mensen doen dingen die ik met drie armen nog niet eens zou kunnen.”
Op de weg
Wanneer de body-check-list is ingevuld en Albert over alle juiste afmetingen beschikt, is hij klaar om aan de lesmotoren te gaan sleutelen. “Per kandidaat kijk ik dan even op mijn spiekbriefje: wie komt er en welke aanpassingen zijn er nodig? Binnen tien minuten heb ik zo’n motor dan omgebouwd, zodat hij klaar staat voor de eerstvolgende kandidaat”, zegt Albert.
Als de juiste aanpassingen aan de motor gedaan zijn, staat rijinstructeur Lambert klaar om het estafettestokje van hem over te nemen en kan het lessen beginnen. Aangezien de aspirant-motorrijders vaak lange afstanden afleggen om de MMvG-locatie te bereiken, duren de lessen hier niet een uur, maar vaak een heel dagdeel.
Ondanks dat Lambert al vele jaren in het vak zit, blijft hij in zijn werk nog altijd de uitdaging vinden. “In de beginjaren ga je met mensen op pad en moet je samen (en zelf) nog ontdekken wat het beste werkt. Nu ben ik jaren verder, maar die uitdaging is er nog steeds.”
Mijn vraag naar zijn mooiste of meest bijzondere ervaring binnen zijn loopbaan, weet de nuchtere Drentenaar maar moeilijk te beantwoorden. “Ieder verhaal is op zichzelf uniek en ieder mens is dat ook. Een grote hoeveelheid geduld is alles wat je nodig hebt.”
Op avontuur
Na het checken van alle mogelijkheden en beperkingen, het ombouwen van de lesmotor, de lange reizen naar Assen, de dagdelen gevuld met lessen en het uiteindelijk behalen van de rijtest: wat dan? Ook dan kunnen kandidaten nog bij dit gepassioneerde team terecht. Niet meer voor een lesmotor, maar deze keer voor het ombouwen van hun eigen, persoonlijke motor. “Soms zit er geen rem op de kandidaten. Dan staat de motorfiets al klaar, terwijl ze bij wijze van spreken nog moeten beginnen met lessen”, vertelt Albert.
De mannen zijn het erover eens: hun werk is heel mooi werk. Samen willen zij zich dan ook altijd hard blijven maken voor hun project, hun kandidaten en de mooie mijlpalen die ze met hun team kunnen bereiken.
Met dank aan rijschool Pro Gepubliceerd op 01-12-2022